Maarten van Ooijen: 'Eerst een dak boven je hoofd en dan de juiste hulp’
Samen met gemeenten, organisaties uit het veld en ervaringsdeskundigen werkt staatssecretaris van VWS Maarten van Ooijen aan een nieuwe aanpak dakloosheid. Preventie en huisvesting staan hierin wat hem betreft voorop. Vier vragen aan Van Ooijen over zijn ervaringen en ambities.
Wat is uw ambitie in de komende jaren?“
Het aantal dakloze mensen is nog steeds te hoog. Volgens de laatste cijfers (2021) van het CBS zijn er 32.000 mensen zonder een dak boven hun hoofd, waarvan 5.000 jongeren. Ik zie het als mijn taak om er na jarenlange stijging - samen met alle betrokken partijen - alles aan te doen om dit aantal stap voor stap naar beneden te brengen. In de afgelopen jaren is er al veel gebeurd.
Toch zie ik bij bijna iedereen die zich met deze problematiek bezighoudt het besef dat er een structureel andere aanpak nodig is. Een andere manier van denken en werken waarbij preventie en huisvesting voorop staan. Ik wil toe naar een situatie waarbij we dakloosheid niet aan de achterkant ‘managen’, maar ons richten op het voorkomen en oplossen van dakloosheid. Dat betekent ook dat we goed moeten kijken naar de risicofactoren: hoe komt het dat mensen in een kwetsbare situatie terechtkomen? Ik wil die beweging van preventie en wonen aanjagen en steviger op de kaart zetten.”
U heeft in uw vorige baan als wethouder in Utrecht, maar ook in de afgelopen maanden, regelmatig dakloze mensen ontmoet. Wat blijft u daar het meeste van bij?
“Kort geleden reed ik mee op de Soepbus van het Leger des Heils in Zwolle. Verder heb ik kennisgemaakt met het Kansfonds, zij zetten zich in voor een thuis voor dakloze jongeren. Wat mij na dit soort bezoeken vooral bijblijft zijn de aangrijpende verhalen. Bij de meeste mensen die dakloos zijn spelen meerdere complexe problemen tegelijkertijd: schulden, gezondheidsproblemen, een relatie die stukloopt, verslaving. Zij krijgen het enorm zwaar voor de kiezen en hebben echt geen buitensporige wensen. Ze zijn bijna allemaal op zoek naar huisje, boompje, beestje. Ik wil me voor hen inzetten, zodat ze de kans krijgen om weer volledig mee te doen in de samenleving.”
Hoe gaan we in Nederland dakloosheid oplossen?
“We weten inmiddels dat grootschalige opvanglocaties er niet voor zorgen dat mensen hun leven weer snel op de rails krijgen. Daarom wil ik zulke locaties zoveel mogelijk af- en ombouwen, zodat mensen een menswaardige plek hebben om te verblijven.
Eerst een dak boven je hoofd en dan de juiste hulp. Die combinatie van snel toegang tot een woonplek en laagdrempelige, passende ondersteuning op alle leefgebieden – onder meer door ervaringsdeskundigen – is de kern. In landen als Finland zien we hoopvolle resultaten van deze aanpak. Verder wil ik aandacht besteden aan jongeren in een kwetsbare positie. Denk daarbij aan jongeren die jeugdhulp krijgen en niet meer thuis kunnen wonen. Het risico dat zij dakloos worden is groot. Zo’n 60-70% van de dakloze jongeren heeft een verleden in de jeugdhulp. Op het gebied van preventie valt daar dus nog een enorme winst te behalen.”
Wat is uw oproep aan iedereen die aan de aanpak van dakloosheid werkt?
“Dakloze mensen zijn mensen zoals jij en ik. Zij hebben recht op een veilige plek om te wonen, een stabiel inkomen voor hun levensonderhoud en willen volwaardig kunnen meedoen. We moeten dat als samenleving erkennen en het stigma rond dakloosheid doorbreken. Ook moeten we samen aan oplossingen werken. Dakloosheid is geen individueel probleem, het is een probleem van ons allemaal.
We betrekken daarom veel partijen: de ministeries van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, gemeenten, woningcorporaties, zorgaanbieders, cliëntondersteuners en andere betrokken partijen. Een hele belangrijke rol hebben ervaringsdeskundigen. Zij weten hoe het is om dakloos te raken en daarom wil ik hen nadrukkelijk een rol geven bij de aanpak van dakloosheid.
Dit jaar gaan we aan de slag met een langetermijnaanpak om dakloosheid tegen te gaan. Ik roep iedereen op om met ons mee te denken. Want dit plan is het meest succesvol als we alle stemmen een plek geven, vooropgesteld de stem van dakloze jongeren en volwassenen zelf.”